Afscheid

Als je jong bent, word je gedwongen een vak te kiezen, meestal op een moment, dat je daar nog niet aan toe bent. Ik was voorbestemd om onderwijzer te worden en dat gebeurde met vallen en opstaan. Een werkzaam leven voerde ik het vak in verschillende functies uit. Dan komt onvermijdelijk het moment om afscheid te nemen. Het liefst gebeurt dat met bloemen en een speech, maar dat is zeker niet iedereen gegund, zo ook mij niet. Ik stopte of werd gedwongen om te stoppen. Het voelt op dat moment als onrechtvaardig. Je weet, dat je de verbinding met de tijd en de mensen hebt verloren, zoals David Lurie in J.M. Coetzee's In ongenade:

'Ik heb ontslag genomen. Er is me verzocht ontslag te nemen'.

'Zul je het missen.'

'Of ik het zal missen? Ik weet het niet. Ik was als docent geen uitblinker. Ik had steeds minder contact met mijn studenten, merkte ik. Wat ik te vertellen had, daar hadden zij geen boodschap aan. Dus misschien mis ik het niet. Misschien geniet ik van mijn bevrijding.'

In mijn geval wist ik hoe ik verder wilde en dat realiseerde ik in vrij korte tijd. Ik hield geen wrok over, maar loslaten van mijn oude vak duurde een tijdje. Het afscheid was een dagelijks heimelijk onderwerp van analyse tot tenslotte de eerlijke conclusie kon worden getrokken: de koek was op of het glas was leeg. 

Nog enige tijd ben ik taxichauffeur geweest en kon mijn kernkwaliteiten optimaal benutten. Dat gaf voldoening.