moeder

Mijn moeder overleed op 14 november 2015, op 92-jarige leeftijd, in het verzorgingshuis waar zij samen met mijn vader verzorgd werd.

Op 20 november 2015 namen wij afscheid van haar zoals zij dat gewild had. Er was een afscheidsdienst in de protestantse kerk te Raamsdonksveer. We hebben haar begraven op de Algemene Begraafplaats te Raamsdonk.

Tijdens de dienst sprak ik bijgevoegde woorden over en voor haar.

Woorden over en voor moeder

Mijn ouders groeiden op in een tijd, dat er niet veel foto's werden gemaakt. Het was moeilijk een foto van moeder als jonge vrouw te vinden. Na lang zoeken heb ik er één gevonden, die mij zeer aanspreekt. Waarop ik een vrouw zie, die zelfbewust is en waarop ik trots ben.

Deze vrouw werd de vrouw, waarop vader verliefd werd, waarmee hij het leven wilde delen, waarmee hij 65 jaar getrouwd bleef. Enkele maanden geleden hebben we het feest nog met elkaar kunnen vieren. Ze bracht ons ter wereld. Ze voedde ons op en leerde ons.

Als kind zijn we aan de hand genomen en heeft ze ons, samen met vader, de waarden voorgeleefd en geleerd, die ze belangrijk vond: liefhebben, aan afspraken houden, zorgen, zorgzaam zijn. Ze leidde ons samen met vader op de weg van het leven. Later liet ze ons los, zoals een goede ouder dat doet en ze keek toe. Dat deed ze zo, omdat ze zo was, maar ook vanuit haar sterke geloof en vertrouwen in een God, die er is en die dat van haar verwachtte. Een God die haar leven leidde. Vandaar dat we vandaag afscheid nemen met als thema: De Heer is mijn herder.

Ze heeft de wereld niet veranderd, maar ze was er voor iedereen, die het nodig had. Iedereen vond bij haar een oor, een arm om je heen, steun. Ze stond altijd klaar. Velen, die hier aanwezig zijn, kunnen hiervan voorbeelden geven. Dat is de belangrijkste zin en betekenis van haar leven geweest en zo willen wij aan haar denken.

De laatste jaren wisselden langzaam de rollen tot zij zich ons nog nauwelijks kon herinneren. Ik vond het volgende gedicht uit de bundel 'de tijd vliegt maar de dagen gaan te traag' van Jean Pierre Rawie. Dat ik graag met enkele kleine aanpassingen wil voorlezen:

Maar iets.

Mijn moeder die haar lange laatste jaren/in een tehuis voor oude mensen sleet/had naar verloop van tijd steeds minder weet/van dingen die daarvoor haar leven waren.

Ze was alles vergeten, lief en leed/dat zij om allentwillen mocht ervaren/de kinderen die zij had moeten baren/en die ze gevoed had en gekleed.

Alles verdween, zij ook. Het meest vertrouwde/wat als ons lichaam eigen is, verdwijnt/en waar wij onze ziel voor geven zouden.

Het werd als niets. Toch hoop ik op het eind/al was het maar iets vast te kunnen houden/ van wat nu nog zo onontbeerlijk schijnt.

Ze werd afhankelijk en kreeg de aandacht en de zorg, die ze nodig had. Dank aan iedereen, die daaraan heeft bijgedragen. Speciaal: het personeel van het Hoge Veer en de Riethorst, zus, Tom en Cockie, alle kleinkinderen en achterkleinkinderen, familie, die altijd betrokken bleef, Thea, Annemiek, die altijd klaar stonden en allen die ik onbewust vergeten ben te noemen.

Hier zijn we dan. We nemen voor altijd afscheid, maar als we naar deze foto kijken, dan zullen we onszelf zien en daar zijn we trots op. Dat is de betekenis die haar leven heeft gehad. Dank je moeder. We geven je terug aan de Heer in wie je een eindeloos vertrouwen had.

Maar in gedachten blijf je bij ons en zullen we altijd aan je denken. We zullen je in ons hart bewaren.